Dodenherdenking

Sinds het overlijden van mijn vader, denk ik ook vaak aan hem. Aan de verhalen die hij vertelde over de oorlog. Wat hij had meegemaakt. Deze keer dacht ik aan de mede-onderduiker die uit het weiland werd geschoten, waardoor de schuur waar mijn vader zich verborgen hield niet werd doorzocht. Mijn vader kende hem. Hij zat op dezelfde boerderij ondergedoken.

Toen de Duitsers op zoek gingen naar onderduikers, werden ze door de boer het veld ingestuurd. Mijn vader verborg zich in een schuur. Voor de deur van de boerderij hoorde hij twee Duitse soldaten praten. Ze stonden op het punt de schuur te onderzoeken. Eén van hen legde zijn hand op de deur en wilde hem openen. Op dat moment zag de ander een onderduiker in het veld. Er werd meteen geschoten. De soldaten gingen naar de gedode onderduiker. Ze kwamen niet meer terug naar de schuur.

Tot zijn dood heeft mijn vader zich schuldig gevoeld. De laatste vijftien jaar van zijn leven werd hij een aantal keren per week midden in de nacht wakker. Hij sloeg wild om zich heen. In zijn dromen werd hij achtervolgd door Duitse soldaten. Zat hij weer in die schuur. Hij is het nooit vergeten.

Dit jaar moest ik denken aan die onderduiker. Eén van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. De onderduiker dankzij wie mijn vader nog leeft. Ik moest aan hem denken, tot de laatste halve minuut. Toen dacht ik, het zal toch niet waar zijn ….