Verzuiling, de socialistische zuil?

Opa van Halst was geheelonthouder. Opa Klaasen was zetter. Ook was hij overtuigd atheïst, hij had zelfs een atheïsten bijbel. Beide waren overtuigd aanhanger van de SDAP. Tot begin jaren 1970 gold dat ook voor mijn ouders. Vader was actief in het FNV en steevast werd het vakje bij de PvdA roodgemaakt in het stemhokje. Ook was mijn vader actief in de vakbond. Hij volgde diverse kader trainingen. Tot haar dood bleef mijn moeder lid van de VARA. Op verjaardagen werd druk gediscussieerd over politiek, bijvoorbeeld met tante Truus. Een nicht van mijn moeder uit Haarlem. Vrijwel haar hele jeugd woonden ze naast elkaar. Tante Truus was actief kaderlid van de PvdA. Zonder enige twijfel hoorden mijn beide ouders bij de socialistische zuil.
In 1955, toen mijn vader assistent stationschef was in Bergen op Zoom, werd dit pijnlijk duidelijk gemaakt door de Pastoor. Mijn ouders woonden sinds kort in een nieuwbouw flat toen mijn broer Alfred werd geboren. Korte tijd later werd ook een baby geboren bij de buren. De Pastoor kwam bij deze katholieke buren op kraamvisite, en feliciteerde hen met de eerste geboorte in de straat. Verbaasd wezen de buren op de geboorte van Alfred. De Klaasens waren toch de eerste? “Die zijn niet van de parochie” vatte de Pastoor de verzuiling kort samen.

Deze gebeurtenis, plus de omstandigheden rond het overlijden van mijn broertje Hugo een dag na de geboorte, maakten dat mijn vader niet veel op had met de katholieke zuil. Eind jaren zeventig kreeg ik nog het advies om vooral niet met een katholiek meisje te trouwen.

Tot zover lijkt alles duidelijk. De hokjes zijn afgebakend. De verzuiling is bevestigd.

Niets is minder waar. Om te beginnen was daar oom Bil. Die was bankdirecteur en hoorde bij de liberale zuil. En dan was er nog een oom die aannemer was. Oma Klaasen was gelovig luthers. En overgrootmoeder Eek streng gereformeerd. Op zondag mocht er maar uit één boek worden gelezen, de Bijbel. Mijn beide ouders lieten zich dopen. En mijn moeder werd lid van de VCJC (Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale). Met de VCJC ging zij samen met haar beste vriendin Janny op zomerkamp.

Het verhaal van mijn ouders is maar een voorbeeld, maar het geeft aan dat de scheiding tussen de zuilen niet absoluut was. Leden van dezelfde familie konden bij verschillende zuilen horen. En ook was het geen uitzondering om gelijktijdig deel uit te maken van organisaties van verschillende zuilen. Het voorbeeld van mijn ouders onderschrijft de nuancering in “verzuiling is een mythe” in het geschiedenis magazine van oktober 2011.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *